Scene uit hoofdstuk 3

 

Gaven opende de voordeur en liep met een tas vol boodschappen direct door naar de keuken. Hij pakte één en ander uit en borg het op in de koelkast. Ineens viel zijn oog op een fles wijn die aangebroken op het aanrecht stond. Gaven was sinds de klap op zijn hoofd een beetje warrig, maar hij wist toch vrij zeker dat hij die daar niet had achtergelaten. Hij kreeg ineens het nare gevoel dat iemand hem zat te bespieden. Met een schok draaide hij zich om.

In de hoek van de woonkamer zat Andrea, nippend aan een glas rode wijn. Ondanks dat ze er heel anders uitzag dan vorige week – haar haren waren kort en donker – herkende hij haar meteen. Ze had haar benen over elkaar gekruist en zat hem vanuit de leren fauteuil stoïcijns te observeren. Op de leuning van de stoel rustte een revolver, die door haar rechterhand werd gekoesterd en bewaakt. Dreigend wreef ze met haar wijsvinger over de kolf.

            ‘Wat doe jij hier?’ was het enige wat Gaven kon uitbrengen.

            ‘We moeten praten,’ antwoordde Andrea.

Gaven deed enkele passen in haar richting, maar verstarde toen Andrea’s hand dreigend naar de revolver reikte. ‘Dat is dichtbij genoeg,’ zei ze kortaf. ‘Ga zitten.’

Gaven bleef nerveus naar de revolver staren, die hij nu herkende als zijn eigen. ‘Is dat nodig?’ vroeg hij, terwijl hij zich langzaam op de bank tegenover haar liet zakken.

            ‘Wat denk je zelf?’ antwoordde ze sarcastisch. Ze nam nog een slok van haar wijn en bekeek Gaven in alle rust van top tot teen. ‘Je hebt geen idee wat je hebt aangericht. Geen idee waar jij jouw onervaren politieneusje in hebt gestoken.’

            ‘Die onervaren neus heeft jou toch maar mooi gevonden,’ sprak Gaven met de nodige bravoure. ‘Luister, ik weet niet wat je van plan bent, maar geef het op. Doe jezelf en jouw familie een plezier en geef jezelf aan, voordat er nog meer bloed vloeit.’

            ‘Je hebt het toch niet over dat kleine schrammetje op je hoofd?’ sprak ze treiterend.

            ‘Ik heb het over Ashley Damon en al die andere onschuldige mensen wier dood jij op je geweten hebt.’ antwoordde Gaven.

Andrea ontplofte. Ze sprong overeind en richtte de revolver dreigend op Gavens voorhoofd. ‘Waag het niet zijn naam ooit nog eens in de mond te nemen! De volgende keer maak ik je af!’ brieste ze. ‘Hoor je me?’

            ‘Ja, oké. Sorry,’ stammelde Gaven geschrokken en hield daarbij zijn handen beschermend voor zijn gezicht.

            ‘Door jou ligt mijn vader nu in het ziekenhuis. Door jou ben ik mijn zoon kwijt. Ik zweer je, als hem iets overkomt dan…’

‘Je zoon? Wat is er met je zoon?’

Er viel een stilte. Andrea haalde diep adem en nam weer plaats. ‘Ze hebben hem ontvoerd.’

Gaven keek haar onwetend aan. ’Wie?’

            ‘Wat denk je wie? Radical Change natuurlijk!’

            ‘Jij bént Radical Change,’ reageerde Gaven verbouwereerd.

Andrea schudde haar hoofd. ‘Ik heb daar niets meer mee te maken.’

            ‘Yeah, right,’ sprak Gaven vol ongeloof. ‘En met die autobom van vorige week heb jij natuurlijk ook niets te maken.’

            ‘Nee.’

Gaven wreef over de stoppels van zijn kin en keek Andrea bedenkelijk aan. ‘Oké, stel dat het waar is wat je zegt, wie is er dan verantwoordelijk voor die aanslag?’

            ‘Ronan de Barbaar.’

Gaven lachte. ‘Waren zijn ouders dronken toen ze hem bij het gemeentehuis aangaven?’

            ‘Niemand kent zijn echte achternaam. We kennen hem als Ronan B. Hoe hij aan die bijnaam komt laat zich raden,’ zei Andrea. ‘Het is een wrede man die voor niets terugdeinst. Hij was een goede vriend van Pascal. Jou wel bekend, neem ik aan?’

Gaven bevestigde. ‘Ja, ik heb het dossier gelezen. Pascal is degene die jou heeft verraden, is het niet?’

Andrea knikte. ‘Pascal en ik hebben samen Radical Change opgericht. Na de bankoverval heeft hij een coupe gepleegd. Ashley heeft me toen…’ Andrea slikte. Ze was zichtbaar geëmotioneerd, enkel bij het noemen van zijn naam. Nadat ze zichzelf had herpakt, vertelde ze verder: ‘Ashley heeft toen mijn leven gered en we zijn samen gevlucht. Zonder hem had ik hier niet meer gezeten.’

Zonder jou had Ashley nog geleefd, dacht Gaven, maar hij hield wijselijk zijn mond.

            ‘Gisteren heb ik mijn zus Claire gesproken. Toen hoorde ik van Ely’s ontvoering.’

            ‘Hoe weet je zo zeker dat die Ronan hierachter zit?’

            ‘Hij heeft het me verteld.’

            ‘Pardon?’

            ‘Ik kreeg van Claire te horen dat ik contact met Radical Change moest opnemen als ik mijn zoon ooit nog levend terug wilde zien.’

            ‘Hoe heb je contact gelegd?’

‘Telefonisch. Er bestaat een nummer. Code rood noemden we het. Alle leden kenden dat telefoonnummer uit hun hoofd. We gebruikten het alleen in geval van nood. Een doodgewone prepaid-kaart; simpel, anoniem, zonder gps, dus niet traceerbaar. Ik wist dat ik hem via dat nummer zou kunnen bereiken.’ Andrea stond weer op en begon door de kamer te ijsberen. ‘Morgenmiddag moet ik om twee uur in Green Park zijn. In ruil voor… bepaalde informatie krijg ik mijn zoon terug,’ legde Andrea uit

‘Wat voor informatie?’ vroeg Gaven nieuwsgierig.

            ‘Bankrekeningnummers. Radical Change was een bijzonder kapitaalkrachtige organisatie. Er staan nog steeds miljoenen verborgen op diverse buitenlandse rekeningen.’

Terwijl Andrea zenuwachtig heen en weer bleef lopen, probeerde Gaven in te schatten of hij ongeschonden de voordeur kon halen. ‘En wat heb ik daarmee te maken?’ vroeg hij, terwijl hij zichzelf in positie bracht.

            ‘Ik zou het niet doen als ik jou was,’ zei ze zonder hem aan te kijken, alsof ze zijn gedachten kon lezen.

Teleurgesteld liet Gaven zich weer op de bank zakken.

Ook Andrea nam weer plaats. ’Ik kan dit niet alleen. Ik heb hulp nodig en jij gaat mij helpen.’

Gaven wuifde het voorstel lachend van de hand. ‘Ik dacht het niet. Zodra ik de kans krijg, zal ik je arresteren en dit keer laat ik je niet meer ontsnappen.’

Toen deed Andrea het onverwachte. Ze legde de revolver met een harde klap op de salontafel. ‘Doe wat je niet laten kunt.’

Gaven vermoedde een valstrik. Hij staarde achterdochtig naar het wapen, vervolgens weer naar haar.

            ‘Nou, waar wacht je op?’ sprak ze provocerend.

Gaven stond op en pakte de revolver weifelend van de tafel. Meteen checkte hij de kamers van de trommel. Alle kogels waren nog aanwezig. Gaven griste zijn nieuwe mobiel uit zijn broekzak en begon een nummer in te toetsen, terwijl hij de revolver op Andrea gericht hield.

            ‘Wil je niet eerst weten wat mijn voorstel is?’ vroeg ze hem.

Gavens hand bevroor. ‘Welk voorstel?’

            ‘Als jij me helpt mijn zoon terug te krijgen, geef ik jou Radical Change… op een presenteerblaadje.’

            ‘Zomaar?’

            ‘Niet zomaar, met genoegen,’ sprak ze rancuneus.

’Wie zegt mij dat je niet nog steeds de touwtjes in handen hebt bij Radical Change?’

‘Als dat zo was, had je niet meer geleefd,’ antwoordde ze droog. ‘Als je mij nu aan de politie uitlevert, ben jíj verantwoordelijk voor elke aanslag die nog zal volgen. Je denkt toch zeker niet dat het bij deze ene autobom blijft?’

            ‘Hoe weet je dat zo zeker?’

            ‘Ze zijn ergens mee bezig; ik voel het gewoon. Die aanslag was slechts een voorbode. Een onderdeel van een groter geheel.’

            ‘En de politie?’ vroeg Gaven.

            ‘Die blijft hierbuiten. Dit is iets tussen jou en mij.’

Gaven schudde zijn hoofd. ‘Door jou sta ik op de nominatie om geschorst te worden. Ik heb hard gewerkt om te komen waar ik nu ben. Ik ga dat niet op het spel zetten voor die wazige plannetjes van jou. Ik bel nú mijn chef en daarmee basta!’

            ‘En je familie?’

            ‘Wat is er met mijn familie?’

            ‘Als jij nu de politie belt, zijn ze zo goed als dood. Na mijn arrestatie heb ik recht op één telefoontje,’ zei Andrea op insinuerende toon.

Gavens tanden knarsten.

           ‘Ik zal Ronan bellen en hem zeggen dat je mij hebt belazerd en dat jíj de rekeningnummers in je bezit hebt,’ vervolgde ze.

Gaven perste zijn lippen op elkaar. Zijn ogen spuwden vuur. ‘Dat zou je niet durven,’ snoof hij ziedend.

            ‘Ze hebben mijn zoon; ik heb niets meer te verliezen.’

            ‘Behalve je leven,’ brieste Gaven. Hij verloor zijn zelfbeheersing en haalde naar haar uit. Zijn vuist raakte Andrea vol in het gezicht. Ze viel achterover en haar hoofd raakte daarbij hard de vloer.

Gaven dook op Andrea en greep haar dreigend bij de keel. ‘Ik maak je af. Ik zeg gewoon dat het noodweer was. Geen mens zal daaraan twijfelen,’ zei Gaven, terwijl hij de revolver tegen haar slaap hield.

Andrea vocht niet terug. Ze lag verslagen onder hem, terwijl het bloed rijkelijk uit haar neus vloeide. Met gesloten ogen wachtte ze gelaten op Gavens beslissing.

Gaven maakte een zuigend geluid met zijn tanden en overwoog zijn opties. Met enige tegenzin liet hij Andrea’s hals uiteindelijk los en stond op. Gaven liep naar de keuken en legde de revolver op het aanrecht. Ook hij schonk een glas wijn in en dronk het in één teug leeg. Daarna pakte hij een handdoek en gooide die in Andrea’s richting. ‘Je bloedt op mijn vloerkleed,’ sprak hij haar verwijtend toe zonder een greintje empathie. ‘Als dit voorbij is, zal ik er persoonlijk voor zorgen dat je de rest van je leven achter de tralies wegrot.’

Andrea veegde het bloed van haar gezicht en strompelde overeind. ‘Als dit voorbij is, is dat misschien niet meer nodig,’ sprak ze zacht.